zaterdag 31 maart 2012

Dag 20 Montmort-Lucy - Baye 11 km


Vandaag een wat grijze dag, voor het eerst sinds mijn vertrek bijna drie weken geleden. We hebben vandaag maar 11 km te gaan en slapen daarom heerlijk uit tot 09.00 uur. Na het ontbijt worden wij keurig bij de Mairie in Montmort afgezet om onze tocht te vervolgen.

Een eitje vandaag. Het wordt een rustige wandeling door bossen en koolzaadvelden, waar weinig over te melden valt. Dat doet me ineens denken aan een door mij gemaakte film van een van onze vakanties op Corsica waar op zeker moment Maddy aan de 4-jarige Christiaan vraagt: "heb je nog wat meegemaakt vandaag?" en Christiaan antwoordt : "ja, een wasknijper gevonden". Zo hebben wij vandaag ook iets gevonden: een dood wild zwijn in het bos langs het bospad. Het beest was bij het oog verwond, is dus waarschijnlijk aangeschoten, en heeft hier zijn einde gevonden. Het is handig als er dan een uitvaartondernemer bij de hand is.
















 In Baye vinden wij onderdak in de 'Foyer de Charité', waar wij om 15.00 uur aankomen. De Foyer de Charité (Zetel van Liefdadigheid) is een gemeenschap van gedoopte mannen en vrouwen, die naar het voorbeeld van de eerste Christenen hun materiële, geestelijke en spirituele goederen gemeenschappelijk maken en deze gelofte ook beleven, ondermeer door het organiseren van retraites en bezinningsdagen. De congregatie kent vestigingen op 65 plaatsen over de hele wereld, onder andere in Thorn (Limburg). In Baye bestaat de communiteit uit 15 leden, ondergebracht in een gigantisch eeuwenoud kloostercomplex, met een kapel die nog glas-in-lood-ramen uit de 13e eeuw bevat.




We worden er vriendelijk ontvangen door een paar zusters, die uit een Fellinifilm lijken te zijn weggelopen, en naar onze kloostercel geleid.


 Daar kunnen we weinig anders doen dan op bed gaan liggen onder een paardendeken. We vallen acuut in slaap, totdat we rond 18.00 uur worden gewekt door de Canon van Pachelbel die klinkt uit een speakertje aan de wand, kennelijk bedoeld om ons op te roepen voor deelname aan de vaste rituelen. Annie herkent de muziek onmiddellijk als een tophit bij het crematorium. Tot onze schaamte moeten wij erkennen dat wij door te gaan slapen het rozenkrans gebed en de uitstalling van het Allerheiligste hebben gemist! We kunnen dit helaas morgen niet compenseren met de H. Mis want we moeten weer op tijd aan de wandel.


Om half acht roept gewijde muziek uit het speakertje ons op om aan tafel te gaan. Wij zijn natuurlijk te laat, en worden bij binnenkomst in de refter aangestaard door een bont gezelschap,bestaande uit leden van de communiteit en deelnemers aan de retraite van afgelopen week. Ik zit tegenover de geestelijke die de communiteit leidt, een raar mannetje, berekenend, en kennelijk met zijn rol in het huis ingenomen. Hij vertelt dat hij strikt leeft volgens de leefregels van de mystica Hildegard von Bingen. Dat verklaart waarom hem speciaal voer wordt voorgeschoteld, bestaande uit gierst en ander ongezellig eten. Voor ons wordt
een eenvoudige maar smakelijke vegetarische maaltijd geserveerd.



Naast mij zit een zuster die een gehandicapt kind begeleidt. Zij fluistert mij vol eerbied in het oor dat het heel bijzonder is dat ik zo in de nabijheid van de geestelijk leider mag vertoeven. Heb ik even geluk!
Nog meer geluk heb ik dat ik vannacht in de nabijheid van mijn Annie mag vertoeven. Het is zoals ons moeder steeds zei: 'Onzen Hans hee altij geluk'!








vrijdag 30 maart 2012

Dag 19 Cumières - Montmort-Lucy 30 km


 Vannacht zijn we beland in een ouderwets Frans ledikant van 1.80 m lang met een keihard matras. Het was een hele worsteling om daar in te nestelen, maar we waren allebei zo moe dat we toch hebben geslapen als een blok. Vandaag voert de tocht weer door de wijngaarden van de Champagne.

 

In de diepte ligt Epernay, aan alle kanten omringd door beboste heuvels met wijngaarden. Wederom wandelen we in de stralende zon langs de bosrand en dwars door de vignobles van de Champagne. We maken een omtrekkende beweging om Epernay heen en dalen rond het middaguur naar beneden af, om in een restaurant in een dorp het menu de jour te verorberen.


 Het aardige van Frankrijk is, dat zo'n menu de jour bijna altijd van goede kwaliteit is en spotgoedkoop. Een stevige maaltijd hadden wij nodig, want we hadden ons lelijk vergist in de afstand, en we raakten een paar keer verdwaald, zodat wij tastend onze weg moesten zoeken door bossen en wijngaarden met de stand van de zon als ons kompas. Gisteren raakten wij ook verdwaald en vroegen toen de weg aan een 70-jarige mountainbiker die laconiek opmerkte, dat je in Frankrijk niet kunt verdwalen omdat alle wegen naar Parijs leiden.


 Ik ben trots op mijn Annie die, beladen met een forse rugzak en met een eigenwijs hoedje op het hoofd, schijnbaar moeiteloos heuvel op, heuvel af door de wijngaarden struint en dat over een afstand van zo'n 30 km. In de namiddag wandelen wij door de koolzaadvelden die over een paar dagen volop in bloei staan en komen vervolgens terecht in het uitgestrekte Bois de Montmort.


 Annie had gisteren bedacht dat het misschien wel aardig zou zijn om een keer bij particulieren te overnachten. Langs de route bestaat een keten van vrijwilligers die pelgrims onderdak verlenen. Om de privacy van die mensen te beschermen en om misbruik te voorkomen bel je dan naar een bepaald nummer, je geeft aan waar je ongeveer wilt overnachten, en vervolgens zoekt de contactpersoon iemand die onderdak wil bieden. Dat blijkt te werken. Gisteravond kregen we van de contactpersoon te horen dat we ons weer telefonisch moesten melden om 18.00 uur, het moment dat we in Montmort verwachtten aan te komen.


 Door alle omzwervingen viel het erg tegen en uiteindelijk waren wij tegen 18.00 uur pas op de hoogte van Chateaux de la Charmoye, een kasteel oorspronkelijk uit de 12e eeuw, zo'n 5 km van onze eindbestemming.


















Ik bel onze contactpersoon met de vraag of wij daar opgehaald kunnen worden, maar tot onze verbijstering geeft ze geen krimp. We hebben er echt geen zin meer in om dat hele stuk nog te lopen langs een departementale weg. en dan nog wel heuvelopwaarts. Ik zie dat de kasteelvrouwe juist afscheid aan het nemen is van een vriendin met kinderen en vraag brutaalweg of die niet twee vermoeide pelgrims naar Montmort wil brengen.


 "Avec plaisir!" is het antwoord en even later worden wij bij de Mairie afgehaald door een vriendelijke meneer, Philippe, die ons naar zijn huis brengt een paar kilometer buiten het dorp.


Wij worden daar vorstelijk onthaald door Philippe en zijn vrouw Marie-Jeanne, en ondergebracht in een gastenverblijf in de tuin "tout comfort". Onze gastheer en gastvrouw hebben samen een bedrijf waar wijnglazen worden gedecoreerd en van een opschrift voorzien, 60.000 per dag. Voor het avondeten is ook de buurvrouw uitgenodigd, Odilia, een weduwe uit Amsterdam, die hier na het overlijden van haar man acht jaar geleden is neergestreken. Wij kregen een uitstekend, typisch Frans maal voorgeschoteld, met crudités, een schoteltje met vlees en champignons in een lekkere saus, heerlijk aangemaakte sla, uiteraard kaas, en een taart met morellen na. Het was weer een mooie dag.


donderdag 29 maart 2012

Dag 18 Rilly-la-Montagne - Cumières 18 k

 
















Het is jammer dat wij het Palais Champenois nu al moeten verlaten. Het grote bad bleef ongebruikt, en de badstof ochtendjassen hebben wij niet aangehad. Madame Manceaux heeft voor een voortreffelijk ontbijt gezorgd met croissants, zelfgemaakte jam en de specialiteit van de streek Charlotte rosé.

 
Nu is het me eindelijk duidelijk geworden waarom Marcel Proust over die lekkernij zo lyrisch was in zijn boek à la Recherche du temps perdu. Voordat we vertrekken kopen we nog even twee dozen champagne bij de heer des huizes voor feestelijke gelegenheden. Voor € 15,00 per fles kun je zo'n voortreffelijke champagne niet laten liggen. Buiten het dorp gaan we direct het bos in en lopen uren lang in de schaduw.

















Dat is best aangenaam want het blijft prachtig voorjaarsweer,en het is warm. Onderweg eten we op een boomstronk ons meegebrachte broodje met kalkoenfilet en tomaat.






Het is opmerkelijk met hoeveel respect we overal als pelgrim tegemoet worden getreden door de locale bevolking. Zo kwam ons deze middag een vrouw achterna die ons spontaan bij de arm pakte, haar hand oplegde en ons zegende. Dat blijven ontroerende momenten.

 

 Wanneer we aan het eind van de middag het bos uitlopen ontvouwt zich in alle glorie een landschap met Epernay in de verte beneden ons, omringd door eindeloze champagne wijngaarden.We dalen af en zijn dan spoedig in onze chambre d'hôte te Cumières. En zo zitten wij na een warme douche in een champagne kelder om de hoek en smaken de geneugten van de locale keuken. Het leven van de pelgrim is zo slecht nog niet!



woensdag 28 maart 2012

Dag 17 Reims - Rilly- La Montagne 12 km


 Ik ben helemaal in opwinding vandaag.
Vanavond komt Annie met de auto deze kant op om een paar dagen met mij door de wijngaarden van de Champagne te wandelen richting Vezelay.
Voor wie het nog niet weet: Annie is in mijn leven gekomen na het overlijden van mijn Maddy op 16 september vorig jaar.
Na de uitvaart, die door Annie is begeleid, zijn wij met elkaar aan de wandel geraakt, en niet lang daarna zijn wij "als een blok" voor elkaar gevallen. Het leven laat zich niet regisseren.
Wij hadden met elkaar afgesproken dat wij na mijn vertrek elkaar niet eerder terug zouden zien dan bij mijn aankomst in Santiago eind juni, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Toen Andries mij deze week kwam opzoeken realiseerden wij ons dat ik nu nog slechts op 4 uur rijden van huis hier rondwandel. Dat gaf een gevoel van "nu of nooit" alvorens ik definitief in het reusachtige Frankrijk verdwijn.


 Ik verheug mij er natuurlijk enorm op dat wij zo nog enkele dagen bij elkaar kunnen zijn. Om het weerzien een feestelijk tintje te geven heb ik een kamer gereserveerd in een romantische Chambre d'Hôte in Rilly la Montagne, 12 kilometer ten zuiden van Reims (www.champagne-Roger-manceaux.com). Gisteravond ben ik aangekomen in het Maison Diocesaine Saint-Sixte, een gigantisch kloosterachtig gebouw in het centrum van Reims. Er hangt een eigenaardige sfeer. Het gebouw is nagenoeg verlaten. Egbert, de Rome-ganger die ik vorige week tegenkwam, en ik, zijn de enige pelgrims die hier logeren. Verder lopen er een paar onduidelijke figuren rond. Door een glazen deur zag ik gisteravond een dienst met een priester in vol ornaat en een stuk of vijftien - vooral jonge - mensen om hem heen.


 Het was een sfeer van veel gitaarmuziek en handjes vasthouden, kortom niet mijn ding. Mij was medegedeeld dat ik tot half negen vanmorgen kon ontbijten, maar toen om acht uur de wekker ging dacht ik: 'bekijk het maar', om vervolgens als een blok in slaap te vallen tot 12 uur. De pelgrimstocht van inmiddels 17 dagen eist zijn tol. Ik ben daarna monter op pad gegaan richting Rilly la Montagne. 
Onderweg werp ik nog een laatste blik op de kathedraal, een bouwwerk van een weergaloze schoonheid. Ik bedenk wat een verpletterende indruk het gebouw 800 jaar geleden op de Middeleeuwse pelgrim moet hebben gemaakt als je ziet hoezeer de moderne verwende mens de schoonheid van dit monument nog altijd ervaart. Ik verlaat de stad via het azuurblauwe kanaal dat van het centrum tot buiten de stad loopt.


Op het jaagpad langs het kanaal zitten bejaarde mensen op bankjes, zijn roeiers bezig voor het eerst hun boot te water te laten, en wordt druk gejogged.


 Ook in Reims heeft men onmiskenbaar de lente in het hoofd. De kastanjes langs het kanaal staan bijna in blad en de forsythia is al nagenoeg uitgebloeid.


Als ik buiten de stad twee snelwegen en de TGV lijn heb overgestoken zie ik voorbij de voorstad Cormontreuil de eerste wijngaarden van de Champagne. Ik wandel daarna door de wijngaarden tot Rilly la Montagne. Overal is men bezig met het opbinden van de wijnstokken.






























Om klokslag vijf uur wandel ik het dorp binnen en loop bijna onder de Mercedes van snelle Annie. Grote blijdschap natuurlijk.


















 We logeren bij de familie Manceaux, een cultivateur, die een voortreffelijke champagne maakt, zoals wij vanavond bij de kennismaking met de familie proefondervindelijk hebben vastgesteld.

 

We hebben de avond feestelijk afgesloten met een etentje in het plaatselijk chateaux, waarin een restaurant is gevestigd met een Nederlandse uitbater.