donderdag 31 mei 2012

Dag 80 Nájera - Santo Domingo de la Calzada 21 km

 

De afgelopen dagen was ik een beetje van de leg. De reden: het lukte mij niet meer mijn foto's op het internet te zetten, wat voorheen een fluitje was van een cent. Als pelgrim heb je weinig zorgen, dus je raakt van zoiets al gauw van de pot. Ik heb van alles geprobeerd: resetten, geheugen opschonen, op diverse plaatsen, waaronder eergisteren de bibliotheek van Logroño, een betere internetverbinding zoeken, maar niets hielp, alle professionele adviezen uit Nederland ten spijt. Uiteindelijk heb ik als oplossing gevonden het programma YouSendit te installeren, waarmee ik de foto's mondjesmaat (2 stuks per keer) bij Ellen krijg. Ook dat gaat niet vlekkeloos: ik moet bij elke zending telkens opnieuw inloggen, en dat is eveneens nodig wanneer het programma rare dingen gaat doen, maar het werkt, en dat is een pak van mijn hart.



Ik hoor mijn criticasters al roepen : hou toch op met dat blog-gedoe, en gebruik gewoon een notitieboekje, zoals pelgrims ( lees: de "echte" pelgrims) dat altijd hebben gedaan. Ik ben het daar volstrekt niet mee eens. Voor mij is het bijhouden van een blog een wezenlijk onderdeel geworden van mijn pelgrimstocht. Het biedt de mogelijkheid mijn ervaringen, herinneringen en emoties te delen met mijn volgers, en het geeft mij een enorme voldoening dat ik zoveel respons krijg, wat ik beslist niet had verwacht. Ook het maken van foto's, wat ik jaren niet meer heb gedaan, doe ik weer met heel veel plezier.


Ik zou bijna vergeten te vertellen dat ik vandaag ook gelopen heb, en wel naar de stad met de kleurrijke naam Santo Domingo de la Calzada. Het landschap onderweg bood weinig verrassingen,en zo liep ik een uur of zes zonder rustpauze op de automatische piloot.
Het gaf een zelfde gevoel als wanneer je in een rustige tijd van het jaar urenlang over de Autoroute du Soleil
rijdt. De laatste kilometers had ik aangenaam gezelschap van een Franstalige Belgische uit de buurt van Banneux. Op de foto die ik maakte van de berm vol veldbloemen is zij te zien.


 In Santo Domingo had ik alle tijd om in de kathedraal een bijzonder fenomeen te bekijken: een ingebouwd kippenhok dat plaats biedt aan een haan en een kip.




 Er ligt natuurlijk een mooi verhaal aan ten grondslag dat ik jullie zal besparen, maar achter dat verhaal zit waarschijnlijk een slimme pastoor die op het lumineuze idee is gekomen om een kippenhok in zijn kerk te bouwen, en daarmee in een klap van zijn kerk een toeristische attractie te maken. Zo is het toch ook met veel bedevaartplaatsen gegaan...




Ik bivakkeer in het comfortabele gastenverblijf bij het 18e eeuwse Cisterciënzer klooster, dat gedeeltelijk ook in gebruik is als pelgrimsherberg. In de eetzaal word ik bediend door trappistinnen uit India. Moeder Overste heeft het hier goed voor elkaar!

woensdag 30 mei 2012

Dag 79 Navarrete - Najera 19 km



Vandaag weer eens een gewone wandeldag buiten de bewoonde wereld, die hier overigens nooit ver weg is, want de Camino volgt vaak de autowegen die je in de verte kunt zien liggen, en een enkele keer ook moet oversteken. De weg loopt tussen de wijngaarden van de Rioja. Geavanceerde beregeningsinstallaties, voorzien van sensoren, en tyleenslangen die elke wijnstok van water voorzien, doen vermoeden dat de druiven van deze wijngaarden niet gebruikt worden voor de productie van een slobberwijntje.




Ik weet niet waar mijn medepelgrims vandaag gebleven zijn, maar het is opmerkelijk rustig. Er is niets dat mij afleidt, en in gedachten verzonken ben ik in Najera voordat ik er erg in heb.


Anders dan in Frankrijk bestaat er bij het lopen van de Camino nauwelijks gevaar te verdwalen. De bewegwijzering is bijna overdadig, en een gids of wandelkaart heb je eigenlijk niet nodig. In Frankrijk wordt bij de bewegwijzering gebruik gemaakt van tekens in alle maten en soorten, maar opmerkelijk is dat in Spanje uitsluitend het officiële logo voorkomt. Het is een erg fraai logo dat alle kenmerken heeft waar een modern beeldmerk aan moet voldoen: het moet eenvoudig zijn, duidelijk, en aan meerdere betekenissen uitdrukking geven.



In het logo van de Camino valt natuurlijk op de eerste plaats de coquille te ontdekken, het symbool van de pelgrim op weg naar Santiago. Maar daarnaast zie ik er ook de naar links (lees: het westen) gerichte pelgrimswegen in die in Santiago samenkomen. Laatst ontdekte ik nog dat in het logo zelfs de pelgrimshoed herkenbaar is, een ronde hoed met een brede iets opstaande rand. Irritant is dat het logo soms in spiegelbeeld wordt gebruikt om richting naar rechts aan te geven.

 
Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van de Spaanse Jac de Kok, die het mooie logo heeft ontworpen.


dinsdag 29 mei 2012

Dag 78 Viana - Navarrete 23 km


 Vandaag wacht mij geen idyllische Camino door een ongerept landschap, maar voert de weg voor een groot deel door het verstedelijkte gebied rondom Logroño, de hoofdstad van de Provincie Rioja. De wijngaarden die ik hier en daar tegenkom als ik Viana achter mij heb gelaten wijzen er op dat ik in het beroemde wijngebied ben terecht gekomen, maar al gauw doorkruist de Camino het uitgebreide wegennet rondom Logroño. Men heeft overigens wel moeite gedaan om met de aanleg van viaducten en bruggen voor voetgangers de oude pelgrimsweg zoveel mogelijk te ontzien.


Bij het afdalen van de helling naar Logroño kom ik langs een huisje met een stempelpost als betrof het de Elfstedentocht.


 Wat de status is van dat initiatief is mij volstrekt onduidelijk, maar ik heb er wel een mooie stempel in mijn credencial aan overgehouden.
Legroño is een grote moderne stad met een historisch centrum, waar ik binnenkom via een fraaie boogbrug over de rivier de Ebro.




De kerk van Santiago in het centrum is open, zodat ik weer eens een kaarsje kan aansteken. De meeste Spaanse kerken zijn - in tegenstelling tot die in Frankrijk- bijna altijd dicht, heb ik gemerkt, en dat is heel ongezellig. Ongezellig is ook dat bijna alle Spaanse kerken die ik bezocht elektrische kaarsjes laten gebruiken. Je stopt een munt in een gleuf, en dan floept ergens een lichtje aan. Je kunt zelf niet eens bepalen waar. Voordeel is wel dat zo'n elektrisch kaarsje slechts 20 cent kost, dus het rendement van de devotie is veel groter dan bij brandende kaarsjes, waar minimaal 1 euro voor wordt gevraagd.


Ik loop te balen want sinds gisteren krijg ik mijn foto's niet verstuurd vanaf mijn Ipad. Ik ben zelfs naar de bibliotheek van Legroño gelopen in de veronderstelling dat wifi daar optimaal moet werken, maar ik krijg het niet voor elkaar.


Misschien moet ik maar eens voor een euro of vijf elektrische kaarsjes opsteken.
Aan de rand van de stad begint de Camino weer als een breed voetpad, dat tevens gebruikt wordt door de lokale bevolking als toegangsweg tot een stuwmeer, waar omheen een groot recreatieterrein is ingericht, zo'n treurige zonder enige fantasie door stadsplanologen ontwikkelde uitlaatplek voor stadsbewoners.


Ik ben blij als ik de urbanisatie van Legroño achter mij kan laten.


Op het heetst van de dag ga ik na een steile klim in de schaduw langs de weg zitten om een sinaasappel te eten, als daar hijgend en puffend een fietser aan komt gereden.


 Hij gaat naast mij zitten, en aan het vlaggetje achter op zijn fiets zie ik dat het een Nederlander is. Hij stelt zich voor als Henk uit Venray (72). Als ik vertel waar ik vandaan kom zegt hij meteen dat hij dan wel weet wie ik ben. Hij heeft in de Ardennen en Noord Frankrijk een aantal dagen gefietst met Louis van Hest (zie gastenboek 27 mei).
Op zeker moment zijn ze elkaar kwijt geraakt, en dat vindt Henk heel jammer want hij spreekt geen woord over de grens in tegenstelling tot Louis, die volgens Henk vloeiend Frans spreekt, en alles regelde. Het is allemaal zo goed bevallen dat ze nog dagelijks telefonisch contact met elkaar hebben. Af en toe is de Camino net een dorp.
Vandaag logeer ik in een sfeervol ingericht huis, waarvan een paar vertrekken als hotelkamer zijn ingericht. Ik at er vanavond met de andere gast, de Franse pelgrim Alain uit Cherbourg. Hij is op de terugweg van Santiago op weg naar huis. Opmerkelijk is dat ik gisteren nog de Belgische René ontmoette die hetzelfde doet. Ook voor Alain geldt dat hij de dwingende behoefte heeft terug naar huis te lopen, omdat hij vindt dat zijn pelgrimstocht niet voltooid is als die eindigt in Santiago.


Ik begin er hetzelfde over te denken, maar moet daar nog eens goed over praten met het thuisfront...

maandag 28 mei 2012

Dag 77 Los Arcos - Viana 20 km

 

Gisteren had ik nog een bijzondere ontmoeting met de Belgische pelgrim René, woonachtig in de buurt van Brussel, en tot zijn pensionering werkzaam als decorbouwer.

 

 

Ik kwam hem tegen op het kerkplein, waar ik wat wilde gaan eten. Het volksfeest was afgelopen, en het plein was was nagenoeg leeg. Wij waren de enige gasten. Ik schoof bij hem aan, want het blijft ongezellig op je eentje aan tafel te zitten.



 René vertelde mij dat hij voor de tweede keer op weg is naar Santiago, waar hij 14 jaar geleden ook al naar toe liep. Toen ik hem vroeg wat een mens beweegt om zo'n zware tocht nog een keer over te doen, gaf hij als antwoord dat hij al jarenlang de onweerstaanbare drang heeft één keer in zijn leven te voet thuis te komen van zo'n lange pelgrimstocht. Zijn vrouw steunt hem in die diep gekoesterde wens, hoewel zij er de vorige keer letterlijk ziek van geworden is hem zo lang te moeten missen. Ook deze keer heeft zij het erg zwaar.



Ik zeg tegen René dat zijn vrouw een groot bewijs van haar liefde geeft door hem toch te laten gaan, en hij is het daar helemaal mee eens.


 De Camino die ik de laatste dagen bewandel beantwoordt in alle opzichten aan het cliché-beeld dat mij voor ogen stond toen ik aan mijn tocht begon: een breed lint dat slingerend zijn weg zoekt door een groen golvend landschap, met hier en daar een dorpje op de top van een heuvel. Dat levert soms mooie plaatjes op. De andere werkelijkheid is dat ik soms urenlang in de brandende zon loop te sjouwen achter mijn eigen schaduw, die in de ochtenduren consequent voor mij uit gaat richting Santiago.


Twee opgewekte Zuid-Koreaanse meisjes komen mij tegemoet, en beginnen te giechelen als ik quasi- serieus opmerk dat Santiago de andere kant op is. Zo'n ontmoeting met Aziaten levert steevast een fotosessie op.



Als de meisjes horen dat ik helemaal uit Holland kom gelopen loeien zij in koor: "hoeoeoeoe", en als ze merken dat ik een Samsun camera bij me heb kan het niet meer stuk.
Het was een rustige dag vandaag, en ik ben op tijd in Viana, waar ik mijn. Intrek heb genomen in Hotel Palacio de Pujades, een hotel dat eigenlijk te luxe is voor een eenvoudige pelgrim, maar toch betaalbaar door de sympathieke korting die aan pelgrims wordt gegeven.

zondag 27 mei 2012

Dag 76 Estella - Los Arcos 20 km

 

"Veni creator Spiritus", Kom Schepper Geest, dat zongen wij vroeger in de kerk met Pinksteren. Wie kent het lied nog? Ik denk dat vandaag in onze kerk wordt gezongen:
Wat altijd is geweest
het waaien van de Geest
gebeurt in ons vandaag.
Dat is toch een prachtige tekst, waar iedereen mee uit de voeten zou moeten kunnen, gelovig of niet gelovig.
Pinksteren betekent voor de meeste mensen helemaal niets meer. Als ik mijn kinderen zou vragen waar Pinksteren voor staat denk ik dat zij even heel goed na moeten denken.


Is dat wel zo erg? Je kunt de loop van de geschiedenis toch niet veranderen.
Wie dat desondanks probeert, zoals de zwartrokken van Rome, vecht tegen windmolens, en niet de windmolens die ik een paar dagen geleden tegenkwam op de Sierra del Perdón, maar die van Don Quichotte.


Wat wij wèl meer dan ooit nodig hebben is de Scheppende Geest waar het met Pinksteren over gaat, in een wereld die totaal op hol lijkt te zijn geslagen.
.

Ik heb niet de indruk dat de gemiddelde pelgrim op de Camino met dit soort zaken bezig is. Er heerst onderweg en op de terrasjes in de dorpen eerder de uitgelaten sfeer van de Vierdaagse, waarbij makkelijk contacten worden gelegd, en ik doe daar graag aan mee, als het zo uitkomt.


Zo heb ik vanmorgen eerst een tijdje meegelopen met een Amerikaanse hoogleraar Economie, die zijn sabbatical gebruikt om met zijn vrouw de Camino te lopen; daarna heb ik koffie gedronken met twee Canadese vrouwen, die op een terras lekker zaten te chillen met hun schoenen en kousen uitgetrokken, en die een dag of tien op hun gemakje 200 kilometer van de Camino lopen.


 Het laatste stuk naar Los Arcos had ik gezelschap van een serieuze Parijse dame, met wie ik het zowaar over de pinkstergedachte heb gehad.




Mijn tocht verloopt tot nu toe zo voortvarend dat ik bijna een week te vroeg in Santiago dreig aan te komen als ik in dit tempo blijf doorlopen. Dat is dan ook de reden waarom ik vandaag al stop in Los Arcos, een leuk plaatsje met een gezellig terras voor de kerk. Als ik daar neerstrijk om een lekkere pint te pakken hoor ik in het voorbijgaan nog net twee ruzieënde Nederlandse vrouwen, waarvan de een tegen de ander zegt: "Jij had beloofd respectvol om te zullen gaan met de manier waarop ik deze tocht wil doen". Ben ik even blij dat ik de Camino op mijn eentje mag lopen!



 Het is hier vandaag het feest van San Miguel, en ter ere daarvan worden in de smalle straatjes een paar runderen losgelaten, zoals dat ook in Pamplona gebeurt, alleen zijn het hier koeien in plaats van stieren. Volgens de hotelbaas zou het spannender zijn dan in Pamplona, maar ik ben gaan kijken, en zag dat de beesten niet vooruit te branden waren. Opgefokt waren uitsluitend de jonge mannen die vergeefs de arme dieren probeerden te provoceren.




En zo was er vandaag toch weer van alles te beleven onderweg naar Santiago!