maandag 26 maart 2012
Dag 15 Wasigny - l'Ecaille (30 km)
In alle vroegte word ik gewekt door de menagerie van Jos en Christel. Na de haan volgen de hond, een geit, en de schapen. Ik heb heerlijk geslapen en voel mij uitgerust. Het was erg gezellig gisteravond. Christel had een voortreffelijke maaltijd bereid met groenten uit eigen tuin, en daarna hebben we met Andries een heel openhartig gesprek gehad over allerlei zaken die er toe doen.
Jos is hier 17 jaar geleden op de bonnefooi neergestreken om een nieuw leven te beginnen. Hij werkte in Tilburg als monteur bij Romijn totdat het bedrijf failliet ging. (Ik herinner mij nu ineens dat Ruud Hermsen curator was, en dat Lia van Deurssen destijds bij Romijn werkte). Daarna is Jos gaan werken bij
Ton van Dijk in Berkel-Enschot, die hem in staat stelde zijn droom waar te maken: terug naar de basis met een zelfstandig, simpel bestaan. Hij maakte van een bouwval een eenvoudig, maar degelijk en smaakvol ingericht huis, en verdient de kost met het verlenen van onderdak aan toeristen / pelgrims, en in de winter met kluskarweien. Een man naar mijn hart!
Jos brengt mij met zijn oude Mercedes naar de Halle, waar hij ons gisteren heeft opgehaald, en brengt Andries terug naar Wasigny.
Ik wil morgenavond in Reims aankomen, dus ik moet de pas er in zetten.
Het platteland van Noord-Frankrijk is overweldigend stil. Ik hoor enkel de vogeltjes, kwartels die opgeschrikt uit het struikgewas opvliegen, en het geluid van een zachte lentebries. Er is geen mens te bekennen. De dorpen lijken uitgestorven.
Naarmate de dag vordert wordt het landschap weidser. Zover het oog reikt onafzienbare landbouwgronden.
Tot Reims kom je hier maar één hotelletje tegen, in Bazancourt, en dat hotel blijkt complet.
Het is vandaag voor het eerst op mijn tocht dat ik 's morgens niet weet waar ik 's avonds zal overnachten.
Om 7 uur In l'Ecaille aangekomen heb ik er 30 km op zitten, en besluit ik naar onderdak te gaan zoeken. Ik roep mijn engelen aan en bel aan bij het eerste het beste huis dat er betrouwbaar en groot genoeg uitziet.
De man die open doet geeft geen krimp, een lemo dat je niet blindelings op je engelen moet vertrouwen, of wel soms, want de man verwijst mij naar de burgemeester die in een grote villa woont aan de rand van het dorp.
Daar aangekomen wordt opengedaan door een vriendelijk welopgevoed jongetje van een jaar of twaalf, die vertelt dat vader niet thuis is, maar mij wel binnenlaat en vraagt of ik iets wil drinken. Hij belt vader op die ik even later vanuit het keukenraam in de verte met zijn tractor zie komen aanrijden. De burgemeester is een buitengewoon vriendelijke en beschaafde veertiger die mij zonder enige aarzeling uitnodigt bij hem te overnachten. Zijn zoontje brengt mij naar mijn kamer en wijst naar de badkamer waar ik uitgebreid kan douchen.
Terwijl madame in de keuken een heerlijke quiche klaarmaakt vertelt zij dat haar man een landbouwbedrijf heeft, en gerst, suikerbieten, aardappelen en koolzaad verbouwt. Hij is bovendien voorzitter van de suikercoöperatie waar madame werkzaam is in de communicatie.
En terwijl ik deze blog schrijf komt mij de geur al tegemoet van de quiche waar ik ontzettend zin in heb, want ik sterf van de honger!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hoi Hans, het leven is zeker de moeite waard, om dat te beseffen hoeven wij thuisblijvers alleen maar jouw blog erbij te pakken! Ik heb ze net vanaf dag 1 gelezen en het is mooi om te lezen dat je steeds weer méér lijkt te genieten van je tocht, als een ware pelgrim ;) Heerlijk hoor!
BeantwoordenVerwijderenDag Hans,
BeantwoordenVerwijderenik heb het plan gevat om 'ooit' naar Santiago te lopen vanuit NL, en kwam daarom op je blog. Leuk om te lezen! Heel veel succes!
Hoi Hans
BeantwoordenVerwijderenWat schiet je al op zeg. En al bijna in Reims. Dat vond ik een hele mooie kerk, één van de mooiste maar dat is persoonlijke smaak.
Vergeet niet te genieten!! Voor je het weet ben je in Santiago.
Heel veel plezier!!
Groetjes Josefine uit Kaatsheuvel