vrijdag 16 maart 2012

Dag 5 Zoutleeuw-Hélecine 24 km


 
Zoutleeuw (een plaats zo groot als Hilvarenbeek) was in de Middeleeuwen als centrum van lakennijverheid een van de belangrijkste steden van Brabant. De 14e eeuwse Lakenhal en de Laat-Gothische St.Leonarduskerk (een van de gaafste en complete Middeleeuwse kerken die ik ken) herinneren nog aan die gloriejaren. In de voormalige Lakenhal is nu een eetcafé gevestigd waar ik gisteren voor tien euro een voortreffelijke biefstuk met verse frietjes, heerlijke mayonaise (niet van die zoete troep) en een frisse salade heb gegeten. Waarom krijgen ze dat in Nederland bijna nooit voor elkaar?

In de kerk was ik voor het eerst aan het eind van de vijftiger jaren met onze familie. Ik weet nog heel goed dat wij de sleutel moesten halen bij de koster, die nog zo'n ouderwets kalotje droeg. Een aantal middel-eeuwse heiligenbeelden was recentelijk gerestaureerd . Toen ons vader over het verguldsel opmerkte dat het er wel erg nieuw uitzag zei de koster "Allez menier, dan moet ge over vijftig jaar eens komen kijken!".
Wij hebben daar toen hartelijk om moeten lachen, maar de koster was een wijs man, want vijftig jaar later ben ik hier om te zien of de koster gelijk heeft!
Helaas is de kerk gesloten.

Ik reken met Guy af tegen pelgrimstarief (10 euro!), en hij wandelt met mij het stadje uit om mij bij een kruispunt op het goede pad te zetten. Daar hebben lokale kunstenaars van spaanplaat een kapelletje gebouwd "voor alle gezindten" ter herinnering aan de pelgrims die hier eeuwenlang voorbijkwamen. De nok van het kapelletje is bekroond met een houten ham, symbool voor de ham die de middeleeuwse pelgrims bij zich hadden als zij de verre reis naar Santiago ondernamen. Volgens Guy is nu in Zoutleeuw commotie ontstaan: de katholieken willen een kruis in plaats van een ham op het dak, en de moslims zijn het er niet mee eens dat uitgerekend een ham het dak siert. Het is ook nooit goed!



Na vier dagen stevig doorlopen begin ik toch wel wat vermoeid te raken. Gisteravond realiseerde ik mij dat het ondoenlijk is in één dag van Zoutleeuw naar Jodoigne te wandelen wat aanvankelijk mijn bedoeling was.
Bij nader inzien leek het mij verstandiger om halverwege, in Hélecine, te overnachten. Het internet bewijst ook nu weer zijn grote verdienste: Ik Google "Hélecine" en "Santiago" en krijg prompt het telefoonnummer van Lieve van Genechten, die pelgrims lijkt te ontvangen. Als ik bel krijg ik een vriendelijke vrouw aan de telefoon die zegt dat ik van harte welkom ben.


Aangekomen in Hélecine kom je linksaf in de Ardevoorstraat, en rechtsaf, waar ik moet zijn, in de Rue d'Ardevoor. Wij zijn hier op de taalgrens.

De laatste kilometers voor Hélecine vallen mij zwaar, maar de hemelse muziek van Wiliam Byrd (met Emma Kirkby), door Marc van Eva geript en op mijn iPhone gezet, helpt mij over mijn dip heen.
Als ik achterom het huis binnen wil gaan zie ik op het tuinmuurtje een vers gebakken cake staan af te koelen.
Ik word als een oude vriend ontvangen door Lieve, haar man Raf, en de jongens Basil (8) en Pepijn (6).
Lieve heeft de Camino tien jaar geleden gelopen en is er nog altijd vol van. Zij weet wat de vermoeide pelgrim nodig heeft, want terwijl ik mij behaaglijk uitstrek in een warm bad doet zij de was en maakt het eten klaar!

Als wij 's avonds met het hele gezin aan tafel zitten komt met veel kabaal een stel carnavalsvierders voorbij.
Halfvasten wordt hier uitbundig gevierd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten