donderdag 29 maart 2012

Dag 18 Rilly-la-Montagne - Cumières 18 k

 
















Het is jammer dat wij het Palais Champenois nu al moeten verlaten. Het grote bad bleef ongebruikt, en de badstof ochtendjassen hebben wij niet aangehad. Madame Manceaux heeft voor een voortreffelijk ontbijt gezorgd met croissants, zelfgemaakte jam en de specialiteit van de streek Charlotte rosé.

 
Nu is het me eindelijk duidelijk geworden waarom Marcel Proust over die lekkernij zo lyrisch was in zijn boek à la Recherche du temps perdu. Voordat we vertrekken kopen we nog even twee dozen champagne bij de heer des huizes voor feestelijke gelegenheden. Voor € 15,00 per fles kun je zo'n voortreffelijke champagne niet laten liggen. Buiten het dorp gaan we direct het bos in en lopen uren lang in de schaduw.

















Dat is best aangenaam want het blijft prachtig voorjaarsweer,en het is warm. Onderweg eten we op een boomstronk ons meegebrachte broodje met kalkoenfilet en tomaat.






Het is opmerkelijk met hoeveel respect we overal als pelgrim tegemoet worden getreden door de locale bevolking. Zo kwam ons deze middag een vrouw achterna die ons spontaan bij de arm pakte, haar hand oplegde en ons zegende. Dat blijven ontroerende momenten.

 

 Wanneer we aan het eind van de middag het bos uitlopen ontvouwt zich in alle glorie een landschap met Epernay in de verte beneden ons, omringd door eindeloze champagne wijngaarden.We dalen af en zijn dan spoedig in onze chambre d'hôte te Cumières. En zo zitten wij na een warme douche in een champagne kelder om de hoek en smaken de geneugten van de locale keuken. Het leven van de pelgrim is zo slecht nog niet!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten