zaterdag 30 juni 2012

Dag 108 Santiago de Compostela



 Het is vandaag 29 juni, de dag van Petrus en Paulus in de kerkelijke kalender. Mijn moeder vertelde altijd dat ze graag op 29 juni had willen trouwen, maar dat bleek onmogelijk omdat het in die tijd een kerkelijke feestdag was. Haar trouwdag werd dus 28 juni. Wel heeft zij een Peter en een Paul gekregen.
In Santiago wordt Petrus en Paulus nog steeds als een belangrijk feest gevierd, en we hebben dus het geluk een pelgrimsmis te kunnen bijwonen met alles erop en eraan.
Ik heb de Jacobsschelp die mijn rugzak steeds heeft gesierd omgehangen, en ontdek daarbij dat Dini Aarts daaronder liefdevol een gelukspoppetje heeft aangebracht toen zij de schelp op mijn rugzak naaide.
De kerk zit bomvol met pelgrims en toeristen uit de hele wereld. Het kerkvolk is aandachtig, en er hangt ondanks de aanwezigheid van zoveel toeristen een plechtige, devote sfeer. Het is alsof iedereen die in de kolossale kerk aanwezig is de energie voelt van deze magische plek, die mensen van over de hele wereld, gelovig of niet-gelovig, aantrekt. De Pastoor refereert daaraan in zijn preek, waarin hij ons voorhoudt dat Petrus en Paulus als grondleggers van de katholieke kerk niet alleen voor de kerkgemeenschap belangrijke figuren zijn, maar voor de hele mensheid, omdat zij een boodschap van naastenliefde en solidariteit hebben gebracht.






Vooraf was ik bang dat ik de pelgrimsmis, verworden tot een toeristische attractie, als een anticlimax zou ervaren, maar het tegendeel is het geval. Ik word geraakt door de sfeer van saamhorigheid en goede wil die bijna zinderend voelbaar is. Ook Jan, Rineke en Annie voelen dat zo.


De goede sfeer in de kathedraal is een afspiegeling van wat ik tijdens mijn pelgrimstocht heb ervaren. Ik heb die tocht gemaakt op mijn eigen manier. Pelgrimsherbergen heb ik gemeden, maar ik heb mij daarom niet minder pelgrim gevoeld. Ik ben pelgrim geweest al die dagen dat ik moederziel alleen door Frankrijk liep, en in mijn talloze ontmoetingen met mensen die mij een spiegel voorhielden, of die ik soms zelf een spiegel mocht voorhouden. Ik ben van die mensen gaan houden. Ik heb mij nooit eenzaam gevoeld omdat ik mij gedragen wist door degenen die thuis op mij hebben gewacht, en omdat ik mij aangemoedigd voelde door de hartverwarmende reacties op mijn blog.

 
Mijn pelgrimstocht naar Santiago was een onvergetelijke ervaring, van blijvende betekenis voor de rest van mijn leven.
Ik ben dankbaar dat ik deze tocht heb mogen maken, op een kruispunt in mijn leven.

 

 Finistère 30 juni 2012






donderdag 28 juni 2012

Dag 107 Pedrouzo - Santiago de Compostela 19 km


Ook vandaag is het weer rustig op de Camino. Het zijn vooral Spanjaarden die je tegenkomt. Met het hele gezin of met vrienden maken ze van hun voettocht naar Santiago een gezellig meerdaags uitstapje inclusief picknick onderweg.



 Irritant zijn wel de Spaanse mountainbikers die de Camino als een cross parcours gebruiken en vriendelijk "buon camino" roepen als ze voorbij komen scheuren. In het hoogseizoen moet dat een echte plaag zijn.
De laatste etappe voelt als een lichte wandeling op zondagmorgen. Onze vrouwen komen pas aan het eind van de middag aan in Santiago, dus we hebben alle tijd. Al spoedig bereiken wij de Monte de Gozo, de heuvel vanwaar in vroeger tijden de pelgrim Santiago voor het eerst van verre zag liggen. Nu wordt Santiago aan het zicht onttrokken door een monstrueus monument van een bezoek dat de Paus een aantal jaren geleden aan Santiago bracht.


 Ik krijg een sms'je dat de dames voor een tussenlanding in Madrid zijn aangekomen, en heb nu toch wel de neiging er de pas in te zetten als ik aan de afdaling naar Santiago begin. Mijn aankomst daar voelt in het geheel niet alsof ik de 'Via Gladiola' bewandel. Ik ga op in het verkeer met winkelend publiek en overwegend toeristen. Telefoontjes van Andries en van Wim Kousemaker herinneren mij eraan, dat ik nu toch echt met de laatste kilometers bezig ben. Als we bericht krijgen dat de vlucht vanuit Madrid een uur vertraging heeft, wachten Jan en ik in een café aan de rand van de binnenstad het moment af dat de dames hun aankomst bij de kathedraal zullen melden.


Plotseling verschijnt in de deuropening de indrukwekkende gestalte van een man met een lange grijze baard, gekleed als een middeleeuwse pelgrim in een lange bruine pij, sandalen, en een vilten hoed waar een lepel doorheen steekt. Het is alsof ik een visioen krijg van de vader aller pelgrims die mij op de trappen van de kathedraal nog even wil voorhouden waar het bij mijn pelgrimstocht om gaat. Ik mag een foto van de man maken voor mijn blog, maar hij wil dan wel graag een kop koffie hebben. Hij stelt zich voor als Thomas (63) afkomstig uit München. Eind maart is hij daar vertrokken met € 2.200,00 op zak en hij heeft nu nog € 150,00 om thuis te komen. Zijn outfit kocht hij via Ebay. Thomas, een ouwe hippie, vertelt dat hij om de 10 jaar iets onderneemt om zijn leven te vernieuwen. Zo is hij een keer naar de Noordkaap gewandeld, en 10 jaar geleden heeft hij de hadj naar Mekka gedaan. De pelgrimstocht naar Santiago heeft hem gebracht wat hij er van verwachtte, zij het dat hij ook wel eens teleurgesteld is geweest. Hij wilde in alle rust de door hem van de Noordkaap meegebrachte steen bij het Cruz de Ferro neerleggen, maar werd daarbij gestoord door twee busladingen luidruchtige Japanse toeristen die de heuvel kwamen bestormen. Toen die toeristen bovendien aanstalten maakten om hem uitgebreid te fotograferen heeft hij hen met zijn pelgrimsstaf weggejaagd, en de steen snel op de hoop gegooid. Ik geef de sympathieke hippie wat geld en wens hem een goede thuisreis.

 

Dan krijg ik een telefoontje dat de dames zijn gearriveerd (lang leve de gsm) en in marstempo vertrekken wij naar de kathedraal. Na 7 weken kan ik mijn Annie daar weer in de armen sluiten. Ik heb onderweg vaak over dit moment gefantaseerd, en het voelt zoals ik het mij had gedroomd. Wij besluiten de rituelen die we nog hebben uit te voeren - de omarming van Jacobus en het ophalen van de Compostela - uit te stellen tot morgen.



 

We hebben een heerlijk hotel midden in het centrum, een smaakvol gerestaureerde stadsvilla, waar aan het einde van een memorabele dag een heerlijk comfortabel bed wacht. Het duurt lang voordat ik de slaap kan vatten. Mijn voeten branden, want de natuur laat merken dat voeten er niet op berekend zijn om iedere dag zover te lopen.

woensdag 27 juni 2012

Dag 106 Arzúa - Pedrouzo 24 km

 

Uit verhalen van Santiagogangers heb ik steeds begrepen dat het op de Camino steeds drukker wordt naarmate Santiago dichterbij komt. Met name de laatste 100 kilometer zou het bijna in file lopen zijn door pelgrims die met minimale inspanning toch een compostela willen halen.
Ik heb van dat alles niets gemerkt. Het is vrij rustig op de Camino, en uitsluitend in de omgeving van albergues en terrassen zie je concentraties van pelgrims. Een opvallend verschijnsel zijn groepjes luidruchtige Engelsen die de terrassen bevolken, 's morgens al om 11 uur met grote glazen bier op tafel.

 

Dat het ook anders kan laat Francois uit Limoges zien.


 Hij is met zijn ezel weer onderweg naar huis. Het beest loopt met een snelheid van 2 à 3 kilometer per uur, maar voor Francois maakt dat niets uit. Het enige wat Francois wil is blijven lopen, en vrij zijn.
Voor mij ligt dat anders. Ik wil wèl naar huis, en tel de uren dat ik morgen op het plein voor de kathedraal mijn lief in de armen kan sluiten. Aan het eind van de middag komt zij met het vliegtuig aan in Santiago, samen met mijn zus Rineke, die haar Jan komt ophalen.


Het zal een bijzonder gevoel zijn morgen in Santiago aan te komen en te ervaren dat ik mijn doel gehaald heb.
Morgen de laatste 19 kilometer naar Santiago....

dinsdag 26 juni 2012

Dag 105 Eirexe - Arzúa 33 km

 

Om 7 uur zijn wij vanmorgen op pad. Het is heerlijk wandelen in de ochtendkoelte door het glooiende boerenland, met slechts het geluid van de leeuwerik op de achtergrond.
In de loop van de dag loopt de temperatuur echter op tot 35-38 graden, en bij die hitte hebben wij de handen vol aan de zware tocht. Urenlang lopen wij zwijgend achter elkaar aan.



Jan draagt manmoedig zijn gammele rugzak. Het wordt wel steeds lastiger de elastische damesriem die het draagstel verbindt strak genoeg aan te trekken, omdat de rek er uit is geraakt, maar dat past wonderwel bij onze vaststelling gisteravond in een lang gesprek dat de Camino een metafoor is voor het leven zelf.
De laatste 100 kilometer van de Camino worden om de 500 meter gemarkeerd met een betonnen paaltje, dat de afstand naar Santiago vermeldt. Het passeren van kilometerpaal 50 is natuurlijk een fotomoment.


Goed en wel voorbij dat paaltje zien wij de eerste exemplaren van de eucalyptusboom, waarvan er de komende dagen nog veel zullen volgen.


Juist als wij in de hitte naar water beginnen te snakken, komen wij langs een onbemand kraampje met jerrycans koel drinkwater, kersen, frambozen, en ander fruit, dat meegenomen mag worden tegen een kleine vergoeding, te deponeren in een daarvoor bestemd busje.


Regelmatig maak je langs de Camino dit soort initiatieven mee. De achterliggende gedachte daarbij is wellicht dat het schenken van vertrouwen aan je medemens wordt beloond.


Aan het eind van de dag wacht ons een aangename verrassing. De casa rural Pazo de Sedor, waar ik vorige week een kamer heb gereserveerd, blijkt een schitterend oud landhuis, recent verbouwd en smaakvol modern ingericht.


              

Als medegasten ontmoeten wij er het opgewekt stel vrouwen uit Nieuw Zeeland, dat wij gisteren ook al zijn tegengekomen op een terras. Ik heb toen verteld dat ik uit Nederland ben komen lopen. Dat vonden zij prachtig. Vandaag moesten ook zij een behoorlijk eind lopen om hier te komen, maar toen vanmiddag de lunch een beetje uitliep voelden zij er toch niets meer voor om in de hitte te gaan sjouwen, en hebben zij zich met de taxi naar Pazo de Sedor laten brengen.


In vol ornaat zitten zij vanavond aan tafel, en ik heb in het gezelschap inmiddels de status van "the legend" verworven. Ik laat het mij welgevallen, want nu het einde van mijn pelgrimstocht nadert voelt het best fijn applaus te krijgen voor de inspanning waarvan ik mij nu pas de omvang begin te realiseren.

maandag 25 juni 2012

Dag 104 Portomarin - Eirexe 16 km




Portomarin is een bijzonder plaatsje. Het oorspronkelijke dorp verdween in 1960 onder water bij de aanleg van een stuwmeer. Aan de rand daarvan is het dorp opnieuw opgebouwd. Enkele historische gebouwen, waaronder de robuuste 12e eeuwse Romaanse kerk, zijn steen voor steen afgebroken, en staan er nu weer alsof het nooit anders is geweest. Het nieuwe dorp is een smaakvol en evenwichtig geheel geworden.
Wanneer wij het dorp vanmorgen verlaten hangt er een dichte mist, maar spoedig breekt de zon door, en wordt het zomers warm.
Regelmatig pauzeren wij om te drinken.
De arme Jan houdt zijn rugzak dan aan omdat het een heel gedoe is telkens weer alle touwtjes aan aan elkaar vast te binden. Echt medelijden heb ik niet met hem. Moet hij zijn zaakjes maar beter voorbereiden!
Ik had vandaag tot Palas de Re willen lopen, maar daar heb ik geen onderdak kunnen vinden. Je merkt dat het steeds moeilijker wordt een geschikte slaapplaats te vinden, naarmate Santiago dichterbij komt. Noodgedwongen houden wij vandaag halt in Eirexe, zo'n 8 kilometer van Palas de Re vandaan. Wij zijn er al om 13 uur. Na de lunch duik ik lekker in bed. Ik ben moe, want het is de afgelopen dagen steeds erg laat geworden.
Morgen wordt een zware tocht van meer dan 30 kilometer, maar ik heb met Jan afgesproken dat wij in alle vroegte vertrekken om niet op het heetst van de dag te hoeven lopen. Jan vindt het allemaal prima. Hij is de ideale reisgezel!

zondag 24 juni 2012

Dag 103 Sarria - Portamarin 31 km

 

Met een uur vertraging is Jan gisteravond aangekomen in Sarria, waar ik hem in de rust van de wedstrijd Spanje-Frankrijk met iemand van het pension bij het busstation heb opgehaald.
Het is nog laat geworden, want vanwege het feest van St. Jan, de patroonheilige van Sarria, wordt in de tuin van het pension een vreugdevuur ontstoken, waarna wij door de familie worden uitgenodigd voor een glas queimada, een sterk alcoholisch brouwsel, waarvan men eerst de alcohol laat opbranden. Daarbij worden
naar oud Galicisch gebruik toverformules uitgesproken om de heksen te verdrijven. Of dat gelukt is weet ik niet, maar wij hebben door al die alcohol in elk geval wel goed geslapen.


Als ik vanmorgen wakker word feliciteer ik eerst Jan met zijn naamdag, om mij vervolgens te realiseren dat het ook mijn naamdag is. Zo begint de dag meteen heel feestelijk.
Wanneer wij na het ontbijt willen gaan vertrekken blijkt dat Jan via het weekkrantje van Vleuten voor €25,-een rugzak van Perry Sport uit het jaar blok heeft gekocht.
Aan de rugzak ontbreken zowel het bandje dat de draagriemen bij elkaar houdt als de gesp van de heupband, waardoor het geval los bij Jan om zijn grote lijf hangt. Dat levert wel een hilarisch tafereel op, maar ik maak mij toch ernstige zorgen of hij met zo'n uitrusting 100 kilometer kan gaan lopen. Met kunst- en vliegwerk knoopt hij de heupband aan elkaar, en bij een marktkraam in Sarria kopen wij een damesriem, die wordt omgebouwd tot een bandje waarmee de draagriemen aan elkaar worden vastgemaakt.

 

Volgens Jan zit de rugzak nu als gegoten.
Nadat hij in de parochiekerk van Sarria de eerste stempel in zijn credencial heeft gekregen kan onze gezamenlijke pelgrimstocht beginnen.



Het is prachtig weer, en net als de afgelopen dagen loopt de Camino langs eeuwenoude paden. Wij zijn het er met elkaar over eens dat het landschap lijkt op een kruising tussen Toscane en de Morvan.
Wij genieten van de stilte, die na de lunch voortdurend wordt onderbroken door een reeks luidruchtige winden die door Jan wordt geproduceerd.
 

Volgens hem komt dat omdat hij gisteren urenlang opgevouwen in het vliegtuig heeft gezeten.
Ik ben er echter van overtuigd dat hier sprake is van de purificatio, het zuiveringsritueel dat iedere pelgrim moet ondergaan om gelouterd in Santiago aan te kunnen komen.
Wat Jan betreft zit dat dus wel goed!

zaterdag 23 juni 2012

Dag 102 Samos - Sarria 15 km

 

Na mijn teleurstellende retraite gisteren in het klooster van Samos houd ik de metten vandaag maar voor gezien. In plaats daarvan wordt het een uurtje skypen met Annie, die zoetjesaan al bezig is met het pakken van haar koffers voor volgende week donderdag. Dat geeft de burger moed!

 

Ook vandaag is de tocht naar Sarria door het dal van het gelijknamige riviertje van een grote schoonheid.
Het pad moet eeuwenoud zijn, want er staan overal metersdikke kastanjebomen, hier ongetwijfeld honderden jaren geleden geplant als aanvulling op het schaarse voedselaanbod. Op mijn blog van eergisteren plaatste ik een foto van zo'n monumentale boom, volgens een bordje bij de boom 800 jaar oud.
 

Wie weet hebben de kastanjes ooit uitgehongerde pelgrims helpen overleven als zij hier in de herfst voorbijkwamen aan het eind van hun maandenlange tocht. Zij reisden immers zonder bankpas.
Kleinzoon Hugo belt mij weer. Hij heeft kennelijk de smaak te pakken gekregen, nu het tot hem begint door te dringen dat opa binnenkort thuiskomt.



In Sarria vind ik onderdak in een familiepension een paar kilometer buiten de stad. Ik ben hongerig als ik daar rond 14 uur aankom, maar ik val met mijn gat in de boter, want de hele familie met kinderen en kleinkinderen is bij elkaar vanwege het feest van San Juan, de patroonheilige van Sarria, en ik mag zo aan tafel aanschuiven voor de gigantische pan paella, die ik nog nooit zo lekker heb gegeten. Het wachten is nu op zwager Jan, die om 17 uur in Santiago zou landen, om daar de bus te nemen naar Sarria. Het zal dus wel laat op de avond worden dat hij hier aankomt.
Jan is al 50 jaar bij mij in de familie. Wij delen een leven aan herinneringen, en Jan is als een broer voor mij.
Als hij vermoedde dat ik hem nodig had was Jan er altijd voor mij en mijn gezin, en kon hij soms onaangekondigd voor mijn neus staan. Dat vergeet je niet gauw.
 
Jan houdt -meer nog dan ik- van tradities. Een van die tradities is dat wij elk jaar in de zomer een dag met elkaar gaan lopen. Misschien doen wij dat al wel 20 jaar. Wij kiezen dan meestal voor een van onze favoriete natuurgebieden als de Kampina of de Mortelen, of we doen een etappe van bijvoorbeeld de Peellandroute of Pelgrimspad.
Onderweg bespreken wij alles wat ons bezighoudt: het wel en wee van de familie, het gezin, de kinderen. Maar ook hebben wij het over de politiek (CDA!), het milieu, of het nut van bedrijfschappen en waterschappen, het werkterrein van Jan in zijn arbeidzaam leven.
Het past in de traditie van die jaarlijkse wandelingen dat Jan met mij de laatste 100 kilometer naar Santiago loopt.
 

Onderweg zullen wij het ongetwijfeld hebben over de droevige en turbulente periode die achter mij ligt, maar het zal zeker ook gaan over wat de toekomst ons in alle opzichten gaat brengen.
Bij aankomst in Santiago hopen wij allebei de felbegeerde compostela in ontvangst te kunnen nemen.
Jan heeft daar dan wel veel minder voor hoeven te doen dan ik, maar als rechtgeaarde pelgrim houd ik mij dan de parabel van de werkers van het elfde uur (Mt. 20,1-16) voor ogen!