vrijdag 1 juni 2012
Dag 81 Santo Domingo de la Calzada - Beladano 25 km
Arme Ellen! Vanmorgen kreeg ik van haar een geïrriteerd mailtje dat ik de mailbox van de Hilvaria Studio's bijna heb opgeblazen door haar te bedelven onder de foto's die ik noodgedwongen per e-mail heb verstuurd. Zij is bovendien niet blij dat zij al die foto's moet uploaden en downloaden. En ik dacht nog wel slim te zijn...
De wijngaarden van de Rioja zijn vandaag verdwenen. Korenvelden, zover het oog reikt, zijn er voor in de plaats gekomen. Wat gebleven is zijn de hitte en de stoffige Camino.
Ik blijf mij verbazen over het internationale gezelschap pelgrims en wat daar voor door moet gaan op weg naar Santiago. De grootste mafkezen zijn Amerikanen. Een paar voorbeelden: In X kom ik een Amerikaans stel tegen dat hun 4-jarig dochtertje in een maxi-cosi meesjouwt.
Het kind wordt in de kerk even losgelaten, en rent daar onder de vertederde blik van haar ouders als een dartel veulen rond.
In hetzelfde dorp tref ik op een terras drie Amerikaanse vijftigers, die hun zakenreis naar Spanje onderbroken hebben om enkele dagen de Camino te lopen. Zij zitten om 11 uur al aan grote potten bier. Twee uur later komen dezelfde mannen binnengestrompeld in een restaurant waar ik tussen de middag een omelet eet. Hoewel zij slechts met een dagrugzakje lopen zijn ze kletsnat van het zweet, en bestellen onmiddellijk drie halve liters bier, waarna ze uitgebreid gaan lunchen.
Vóór het restaurant zit een man uit Texas met een gigantische rugzak die meer dan 20 kilo blijkt te wegen. Hij zit met ontbloot bovenlijf, en laat zijn nek masseren door zijn vriendin, die de boezem heeft van Dolly Parton.
Omdat ik het niet kan laten mij overal mee te bemoeien zeg ik dat zijn rugzak veel te zwaar is, en dat hij die kennelijk op de verkeerde manier draagt. Hij wil geen lichtere rugzak omdat hij zo graag kampeert, en de pijn in zijn nek is het gevolg van een nekoperatie. Dan ben je uitgepraat.
De Camino loopt vandaag kilometerslang parallel aan de autosnelweg naar Burgos. Ik merk dat elke passerende vrachtauto luid claxonneert voor het stel pelgrims dat een paar honderd meter achter mij loopt. Voor mij daarentegen wordt niet geclaxonneerd, maar als ik mij omdraai wordt het mij duidelijk: het clubje zwaait enthousiast naar elke passerende vrachtauto. Dat hoeft voor mij nou ook weer niet.
Wanneer je dit alles leest zou de indruk kunnen ontstaan dat het op de Camino druk en onrustig is. Dat is echter beslist niet het geval. Het lukt mij steeds onderweg de rust te vinden waar ik in Frankrijk zo van ben gaan houden. Als ik een groep middelbare scholieren met schetterende muziek op hun mobieltjes achter mij heb lopen, houd ik simpelweg de pas in en laat ze voorbij gaan. Even later heb ik dan de Camino weer helemaal voor mijzelf.
Bijna in Beladano aangekomen komt mij een bestelautootje tegemoet, waarvan de bijrijder uit het raam hangt met een voor mij bestemd flesje water. Het voelt alsof ik meedoe aan een of andere marathon, maar het blijkt reclame voor een restaurant in Beladano. De man is zo handig om aan te bieden mijn rugzak met de auto mee te nemen naar het restaurant, maar ik leg hem uit dat de rugzak, die ik meer dan 2000 kilometer lang heb getorst, en die ik over de Pyreneeën heen heb gezeuld, aan mijn rug blijft hangen totdat ik Santiago heb bereikt. Hij begrijpt het.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten