vrijdag 15 juni 2012
Dag 94 Hospital de Órbigo - Astorga 22 km
Overal waar ik kom kies ik 's avonds als maaltijd voor het "menu peregrino", zoals de meeste pelgrims. Je krijgt dan voor €8,- à €10,- een driegangenmenu inclusief wijn, water, en brood. Het is meestal een eenvoudige maaltijd, maar soms ook verrassend van kwaliteit, en je begrijpt niet hoe men voor zo weinig geld een complete maaltijd op tafel kan zetten.
Gisteren heb ik mezelf maar eens verwend. Ik zat moederziel alleen op het terras van een restaurant in Hospital de Órbigo, met uitzicht op de indrukwekkende honderden meters lange Romeinse brug over de droge rivierbedding van de rivier de Órbigo.
Binnen schetterde op de televisie de voetbalwedstrijd Spanje-Ierland, maar op het terras was het heerlijk rustig. Ik kreeg een lekker visje op mijn bord met een koel glas witte wijn erbij, en zag in de avondlijke stilte de zon langzaam ondergaan achter de eeuwenoude brug. Ik voelde mij volmaakt gelukkig, en verzoend met de wereld.
Vannacht sliep ik een casa rural, een soort B&B, met de mooie naam "Nuestra Señora de Lourdes". De eigenares vertelt mij vanmorgen dat het huis tot 8 jaar geleden eigendom was van de Fraters van Tilburg. Ik kan mij dat nauwelijks voorstellen, en heb een mailtje gestuurd naar mijn vriend Wim Verschuren, de voormalig Algemeen Overste, om opheldering te vragen.
De weg naar Astorga voert door een ongerept natuurgebied met mooie uitzichten op de omringende Pyreneeën. Ik heb nu gelukkig de meseta definitief achter mij gelaten.
Ik wandel met een Hongaar, werkzaam in de farmaceutische industrie, die vertelt dat ook in Hongarije de Camino buitengewoon populair is. Dagelijks komt hij landgenoten tegen. Opmerkelijk is ook zijn verhaal dat hij een Duitser is tegengekomen,die de Camino dit jaar 12 keer loopt, voor elke apostel één keer. Godsdienstwaanzin bestaat kennelijk in velerlei variaties!
Bij een vervallen boerderij In the middle of nowhere is daar ineens David, een mooie gespierde man met een lange paardenstaart en een levensgrote tatoeage op zijn rug. Hij heeft voor de verbouwereerde pelgrims, waaronder een stel Braziliaanse fietsers, volop eten en drinken klaarstaan, waar iedereen kosteloos van mag nemen. Er staan verschillende soorten soep, gevulde aubergines, vruchtensappen, noten, koek, teveel om op te noemen. Er is een zitje gemaakt met een hangmat, en er staat een bed met een dakje er boven. "Welcome in paradise" roept hij als ik hem een hand geef. Hij vertelt dat hij afkomstig is uit Barcelona, en drie jaar geleden hier permanent is komen wonen, vrij van alles en iedereen. Waar hij van leeft is mij niet duidelijk. Er staat slechts een bescheiden busje om een vrijwillige bijdrage in te doen.
Als ik wegga omhelst hij mij als een oude vriend, maar dat doet hij met iedereen die van hem gecharmeerd is.
Zo krijg je op de Camino levenslessen bijna bij elke pas die je zet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten