maandag 30 april 2012
Dag 50 Ayen-Bas
Het regende vanmorgen en het was koud. Er was dus geen enkele reden om uit bed te komen en dat hebben we dan ook niet gedaan voor een uur of twaalf. Zo werd het ontbijt een brunch.
We hebben daarna nog een paar uur gezellig met Saar zitten kletsen, en toen was het tijd om op te stappen. We hebben een heerlijke tijd gehad bij Saar, zij is echt een schat.
Vannacht logeren wij in La Coquille, de startplaats voor onze gezamenlijke tocht deze week. Het weerbericht ziet er gelukkig vrij gunstig uit. We hebben er zin in.
zondag 29 april 2012
Dag 49 Ayen-Bas
Saar heeft ons de mooiste kamer van het huis gegeven, een vertrek met afmetingen die bij een kasteel passen, met hoge muren en een houten plafond, gedragen door eeuwenoude balken. Je bereikt de kamer via een indrukwekkende stenen wenteltrap in de toren. Er staat een groot bed dat uitziet op de open haard. Naast de open haard hangt een enorm schilderwerk,
een familiestuk van Saar, geschilderd door haar betovergrootvader van moederszijde, de Italiaanse schilder Ballerini, oorspronkelijk gemaakt als plafondschildering. En alsof dat alles niet genoeg is staat er bij het raam dat grenst aan het balkon met uitzicht op het dal een vrijstaand bad.
Wij slapen een gat in de dag, en als we honger beginnen te krijgen gaan we naar beneden om met Saar in de gezellige keuken te ontbijten.
Het huis maakt deel uit van een kleine nederzetting met enkele huizen en aan weerszijde een kasteel. Ilco is er helaas niet; hij is dit weekend voor familiebezoek in Nederland. Ilco kocht L' Abbaye 10 jaar geleden als een ruïne van de buurman, de eigenaar van het grote chateau. Het was toen in gebruik als koeienstal voor het veebedrijf dat de kasteelheer hier houdt. De afgelopen 10 jaar heeft Ilco de ruïne, restanten van een oorspronkelijk 12e eeuwse abdij, verbouwd tot een comfortabel huis. In de zomer wordt het huis, dat plaats biedt aan 12 personen, verhuurd.(http://www.abdijinfrankrijk.nl/)
Bij de keukendeur om de hoek is een beschut terras met een hottub.
Een nis de buitenmuur vormt de omlijsting voor een madonna
Het is voor Saar een meditatieplek , waar zij ook heeft gezeten toen zij niet bij de uitvaart van Maddy aanwezig kon zijn.
Er wordt nog gewerkt aan de bouw van een overdekt zwembad met uitzicht over de vallei, en aan een vleugel die Saar en Ilco als privé-woning in gebruik willen gaan nemen.
Na het ontbijt gaan we uitgebreid in bad
en steken de open haard aan om de kilte te verdrijven, want het is hier nog lang geen zomer.
Voor de lunch heeft Saar een heerlijke hartige taart gemaakt met camembert en noten uit de boomgaard van het chateau.
Aan het eind van de middag kuieren we samen door het gehucht, lopen door de kasteeltuinen, bezoeken het plaatselijke kerkhof met indrukwekkende familiegraven van de plaatselijke notabelen, en dan is de dag alweer bijna voorbij.
En zo komt er dan een eind aan mijn eerste rustdag, een lange ontspannen zorgeloze zondag.
zaterdag 28 april 2012
Dag 48 Les Cars - La Coquille (27 km)
Om 7 uur vanmorgen liggen Els en ik al als een bejaard echtpaar naast elkaar in bed honderduit te kletsen over allerlei zaken die wij gemeen hebben: de familie, de kinderen, onze overleden geliefden, en de nieuwe liefdes die in ons leven zijn gekomen.
Wij zijn de enige gasten in het hotel, dat vandaag gesloten is. "Vader Carl" heeft gisteren afgerekend, en ons is verzocht de deur achter ons te sluiten.
Onderaan de trap bij de uitgang vinden wij een waterkoker en een paar oudbakken croissants als ons ontbijt. Wij kunnen er wel om lachen.
Het is mistig buiten, maar in de stilte van het Franse platteland is het heerlijk om zo te wandelen.
Langs een bospad ontdekken wij in de mist het wrak van een antieke auto.
Els gaat op onderzoek uit om te kijken of er iets bruikbaars aan zit als souvenir voor haar Do, een verzamelaar van een indrukwekkende collectie oldtimers.
Ik moet onwillekeurig denken aan de oude Peugeot van de dorpsdokter in Oradour-sur-Glane, zo'n 35 kilometer hier vandaan. Daar werd in 1944 de volledige bevolking door een regiment SS-ers vermoord als represaille voor een verzetsdaad van de Franse ondergrondse. Als herinnering aan die afschuwelijke daad is het dorp daar achtergelaten in de staat waarin het na het bloedbad is aangetroffen. De Peugeot van de dokter maakt daar deel van uit.
De mist trekt langzaam op, en we zetten er de pas in. Tussen de middag pauseren wij bij een treurige friterie in Firbeix.
De uitbaatster beklaagt zich er over dat het vandaag al 24 dagen regent. Zelf heb ik helemaal niet dat gevoel. Er is de afgelopen weken wel overvloedig regen gevallen, maar alles bij elkaar was het toch prima wandelweer.
Annie meldt per telefoon dat zij op 340 kilometer afstand in de stromende regen in een file staat. Wij hadden afgesproken dat zij ons onderweg naar La Coquille zou oppikken, maar nu voelen wij dat we onze eindbestemming op eigen kracht kunnen bereiken. Wij zetten er een tandje bij en stilzwijgend, moe van al het geklets de afgelopen twee dagen, vervolgen wij onze tocht.
Als wij La Coquille binnenlopen geven we elkaar de high five, ik vol respect voor Els die de afgelopen twee dagen met bepakking toch bijna 50 kilometer heeft gelopen, en Els met ontzag voor het feit dat het voor mij dagelijkse kost is.
In hotel Les Voyageurs, waar Annie en ik komende maandag overnachten voordat wij aan onze tocht beginnen, informeren wij naar de mogelijkheid voor Els om terug te keren naar Limoges. In La Coquille blijkt een station aanwezig vanwaar een paar keer per dag een trein naar Limoges vertrekt. Haastig nemen wij afscheid, dankbaar dat onze gezamenlijke pelgrimstocht een onvergetelijke ervaring is geworden.
Ongeduldig wacht ik buiten het hotel op de komst van mijn lief, en dan, voordat ik het weet, zit ik naast haar in de flitsende Volvo XC 60, die zij vorige week heeft aangeschaft, op weg naar Saar.
Ayen-Bas ligt op de grens van de Corrège en de Dordogne in een lieflijk gebied vol verstilde Middeleeuwse dorpjes.
Als wij aankomen staat Saar ons al met open armen op te wachten.
Wij omhelzen elkaar stevig. Het is een bijzonder moment. Saar is mijn oudste nichtje van de kant van mijn familie. Ik zie haar nog als klein meisje in het jurkje dat haar artistieke moeder Mariana voor haar had gebreid, als de opstandige puber die de kindertelefoon belde toen ik van het bestaan nog nooit had gehoord, en als de oogverblindende mannenverslindster die zij later leek te zijn.
Nu is zij een lieve, warme, gastvrije en wijze volwassen vrouw, die er alles aan doet om ons verblijf zo comfortabel mogelijk te maken.
Ik laat het mij allemaal welgevallen , en voel mij gelukzalig.
vrijdag 27 april 2012
Dag 47 Limoges - Les Cars 20 km
Ik vind het voor Els niet gezellig om te gaan lopen vanuit het hotel door de buitenwijken van Limoges, en stel voor een taxi te nemen naar Aixe-sur-Vienne, een plaatsje enkele kilometers buiten Limoges, om daar onze wandeltocht aan te vangen.
In de taxi onderweg naar Aixe belt Annie met de mededeling dat mijn vriend Harrie de afgelopen nacht is overleden. Het bericht komt niet onverwachts, maar ik ben er wel even stil van.
Ik heb Harrie gekend vanaf het moment dat wij in Hilvarenbeek kwamen wonen, zo'n 35 jaar geleden. Bij al mijn bouwactiviteiten in de loop der jaren was hij mijn vaste leverancier, en in mijn advocatentijd hebben wij altijd heel plezierig zaken met elkaar gedaan.
Harrie was een rechtschapen zakenman, hij was slim, en hij had gevoel voor humor.
Zo kon hij vol trots vertellen dat hij op zeker moment belastingcontrole kreeg, en de controleur, die geen onregelmatigheden kon vinden, bijna wanhopig vroeg naar de "zwarte portemonnee". Harrie haalde toen quasi-verbaasd zijn portemonnee te voorschijn en zei "goh, even kijken welke kleur hij heeft". Het was Harrie ten voeten uit.
Maar Harrie had ook een heel gevoelige kant, en die liet hij heel openhartig zien aan mensen die zijn vertrouwen hadden. Zo heb ik Harrie gekend, en zo zal ik hem blijven herinneren.
Wij houden het vrijwel de hele dag droog, en ik ben blij dat ik Els kan laten genieten van een gevarieerd landschap met vier watermolens langs de rivier de Aixette, en bospaden die door de regenval van de afgelopen weken in kolkende beekjes zijn veranderd.
Mijn padvindersmentaliteit moet er nog aan te pas komen om hier en daar met boomstammen een bruggetje te bouwen.
Bij het pelgrimskruis dat wij onderweg aantreffen leggen wij uiteraard een steentje.
Hongerig komen wij aan in Flavignac waar wij ons trakteren op het menu des ouvriers.
Bij aankomst in Les Cars lopen wij binnen in het 12e eeuwse Romaans-Gothische kerkje tegenover het hotel, en steken een half dozijn kaarsen op voor al onze intenties.
Als een tevreden seniorenpaar nemen wij onze intrek in Hôtel le Simone, om daar na een warme douche lekker op bed te wachten op het avondmaal.
Naarmate de tijd vordert begin ik wat nerveus te worden, want morgenavond komt mijn schatje weer deze kant op!
Zijj wordt op 2 mei zestig jaar, en het vooruitzicht die belangrijke verjaardag zonder elkaar te moeten vieren maakte ons erg verdrietig.
Een week lang blijft zij bij mij, en daar word ik op zijn zachtst gezegd heel vrolijk van!
Wij treffen elkaar morgen in de buurt van La Coquille, zorgen er voor dat Els via Limoges weer maar huis kan reizen, en rijden vervolgens door naar Saar, de oudste dochter van mijn broer Paul, die met haar man Ilco een gerestaureerde abdij bewoont in Ayen-Bas, zo'n 60 kilometer hier vandaan. Zondag zijn wij bij Saar te gast, en in de loop van maandag vertrekken wij daar om vanaf dinsdag, op de verjaardag van Annie, de rest van de week samen verder te lopen.
Wie zei dat het een zware opgave is naar Santiago te lopen?
donderdag 26 april 2012
Dag 46 Lafont - Limoges 18 km
Mijn voorgevoel dat ik gisteravond beter te eten zou krijgen dan eergisteren heeft mij niet bedrogen: Mme. Baudet had een heerlijke pied de porc bereid van een varken uit de eigen boerderij, met linzen van Le Puy. De versgeplukte rabarber had zij verwerkt in een nagerecht uit de oven met kruimeldeeg en yoghurt van geitenmelk. Aan tafel zaten ook twee leuke welopgevoede kleinkinderen, de kinderen van een zoon uit Bordeaux, op vakantie bij oma.
Een andere zoon woont ook op het landgoed, en beheert de boerderij, een gemengd bedrijf met honderden hectaren landbouwgrond en fokvee.
Hij is getrouwd met een Nederlandse, die hier als studente uit Wageningen terecht is gekomen op zoek naar een stageplaats op een biologisch bedrijf.
Mme. Baudet vertelt dat haar zoon nooit een dag vrij is omdat de kalfjes onder de moeder worden gezoogd, hetgeen veel toezicht vraagt. Hij vertrouwt dat een bedrijfshulp niet toe.
Ik prijs mij gelukkig dat ik dergelijke zorgen niet (meer) heb en vrij en onbekommerd door Frankrijk kan rondwandelen.
Bij mijn vertrek regent het voor de variatie. Mme. Baudet moet toch in Limoges zijn en biedt mij een lift aan, maar "dat gaat hem niet worden", zou Annie zeggen. Manmoedig ga ik op pad voor de laatste kilometers naar Limoges. Ik steek de rivier de Vienne over via de 13e eeuwse Pont St. Etienne, die uitkomt op een straat die rechtstreeks omhoog naar de kathedraal leidt.
Op zulke plekken realiseer ik mij telkens weer dat ik een schakeltje ben in die eindeloze reeks pelgrims die mij hier in de loop der eeuwen zijn voorgegaan.
In de kathedraal steek ik twee kaarsjes op, een voor mijn Maddy, en een voor mijn broer Carl.
Ik kom uiteindelijk aan bij hotel Jeanne d'Arc, een gezellig ouderwets hotel op een steenworp afstand van het station, en als ik daar goed en wel onder de douche vandaan kom arriveert ook mijn schoonzus Els.
Vanavond heeft Els mij getrakteerd op een etentje in een voortreffelijk restaurant hier in de stad, en de rekening is betaald door vader Carl, zo heeft ze mij verzekerd. Het doet mij goed dat die bijzondere broer van mij ons postuum zo'n feestelijke avond heeft bezorgd.
Ik deel met Els dezelfde hotelkamer, uiteraard keurig in twee aparte bedjes.
Vijf minuten geleden heb ik haar goede nacht gewenst, en 2 minuten later lag zij al te ronken. Ik vergeef het haar, want het was ook voor haar een lange vermoeiende dag...
Abonneren op:
Posts (Atom)