vrijdag 20 april 2012

Dag 40 Tendu - Gargilesse-Dampierre 26 km


















Als ik deze morgen aan de ontbijttafel zit bij La Chasse is Alice al weg om de kinderen naar school te brengen, en is haar man Robin bezig met het kuilvoer voor de koeien (Limousin).



Het zijn ontzettend aardige mensen, Alice en Robin, maar je vraagt je af waar zij mee bezig zijn. Zij pachten de boerderij van een puissant rijke Parijzenaar die geen enkele interesse heeft voor het bedrijf; zij verdienen amper de kost, en bouwen niets op.
Hun kinderen hebben dat goed begrepen: de oudste wil geschiedenis en talen gaan studeren, en de jongste wil dierenarts worden. Alice vertelde gisteren dat de jongens wèl allebei van aanpakken weten, en volop meewerken op de boerderij.


 Het weer ziet er zowaar vriendelijk uit, en ik ga welgemoed op pad. Onderweg kom ik nog de twee Franse broers tegen die ik gisteren in de stromende regen ontmoette.

 
Tussen de middag ben ik in Argenton sur Creuse, een charmant stadje aan de gelijknamige rivier.

 

Ik volg de rivier in zuidelijke richting totdat de weg ophoudt bij een stuwdam. Om daar voorbij te komen moet ik even serieus klauteren, een voorproefje van wat mij in de Pyreneeën nog te wachten staat.
































 
Wanneer ik dan aan het eind van de middag afdaal naar Gargilesse, mijn eindbestemming voor vandaag, ontvouwt zich een bijna 19e eeuws Arcadisch landschap met verwaarloosde wijngaarden, holle wegen, en wilde bosschages. Ik weet dat Gargilesse iets met George Sand te maken heeft, en het voelt alsof de tijd hier is stil blijven staan als een eerbetoon aan de beroemde Franse schrijfster.
Hotel les Artistes, waar ik vannacht logeer, is nog gesloten, maar ik ontdek dat in het gehucht een "maison George Sand" te bezichtigen is, en ga daar nieuwsgierig naar binnen. Ik ben de enige bezoeker, en de gids, een enthousiaste jonge vrouw, in het dagelijks leven dierenarts-assistente, vertelt voor mij alleen het ongelooflijke verhaal van George Sand, die ik tot nu toe slechts kende als de in broekpak geklede vriendin van Chopin, die in haar gezelschap een rampzalige winter op Mallorca heeft doorgebracht. George Sand blijkt echter veel meer in haar mars te hebben gehad. Zij was niet alleen een begenadigd schrijfster, maar
ook een in alle opzichten onafhankelijke vrouw, voorvechtster voor vrouwenrechten avant la lettre, en niet te vergeten wetenschapper, in het bijzonder entomoloog. Die laatste kwaliteit bracht haar naar Gargilesse, waar zij graag kwam vanwege de grote rijkdom aan vlinders. Zij vond hier de algira, een zeldzame vlinder die normaal alleen in Afrika voorkomt, en dat bracht haar tot de wetenschappelijke theorie dat vlinders migreren, wat in die tijd nog volstrekt onbekend was. Aanvankelijk logeerde George Sand bij haar bezoeken in het logement waar ik nu verblijf, maar later kocht haar derde minnaar, de graficus Alexandre Manceaux, het huisje dat nu als mini-museum is ingericht, "maison Algira" genaamd, naar de vlinder. George Sand zou er een aantal jaren komen om in gezelschap van Alexandre Manceaux de drukte te ontvluchten van het landhuis in Nohant, waar Sand woonde, en waar zij haar uitgebreide kring van vrienden, kunstenaars, en wetenschappers ontving. Zij was hier graag in het gezelschap van Manceaux, in tegenstelling tot mannen als Chopin en haar andere minnaar, de schrijver Alfred de Musset, een eenvoudige, bescheiden en loyale man, die toch het hart van deze gevierde, hoogontwikkelde vrouw wist te winnen. Toen Manceaux tuberculose kreeg heeft George Sand alles in de steek gelaten om hem liefdevol te kunnen verzorgen. Op 48-jarige leeftijd stierf hij in haar armen. Zij is daarna nooit meer naar het huis in Argilesse teruggekeerd. Ik vond het een ontroerend verhaal, en wilde het daarom mijn volgers niet onthouden.






1 opmerking:

  1. Hallo Hans,

    Iedere keer weer is het genieten van je verhaal en de foto's. Dank je.

    BeantwoordenVerwijderen