Mijn voorgevoel dat ik gisteravond beter te eten zou krijgen dan eergisteren heeft mij niet bedrogen: Mme. Baudet had een heerlijke pied de porc bereid van een varken uit de eigen boerderij, met linzen van Le Puy. De versgeplukte rabarber had zij verwerkt in een nagerecht uit de oven met kruimeldeeg en yoghurt van geitenmelk. Aan tafel zaten ook twee leuke welopgevoede kleinkinderen, de kinderen van een zoon uit Bordeaux, op vakantie bij oma.
Een andere zoon woont ook op het landgoed, en beheert de boerderij, een gemengd bedrijf met honderden hectaren landbouwgrond en fokvee.
Hij is getrouwd met een Nederlandse, die hier als studente uit Wageningen terecht is gekomen op zoek naar een stageplaats op een biologisch bedrijf.
Mme. Baudet vertelt dat haar zoon nooit een dag vrij is omdat de kalfjes onder de moeder worden gezoogd, hetgeen veel toezicht vraagt. Hij vertrouwt dat een bedrijfshulp niet toe.
Ik prijs mij gelukkig dat ik dergelijke zorgen niet (meer) heb en vrij en onbekommerd door Frankrijk kan rondwandelen.
Bij mijn vertrek regent het voor de variatie. Mme. Baudet moet toch in Limoges zijn en biedt mij een lift aan, maar "dat gaat hem niet worden", zou Annie zeggen. Manmoedig ga ik op pad voor de laatste kilometers naar Limoges. Ik steek de rivier de Vienne over via de 13e eeuwse Pont St. Etienne, die uitkomt op een straat die rechtstreeks omhoog naar de kathedraal leidt.
Op zulke plekken realiseer ik mij telkens weer dat ik een schakeltje ben in die eindeloze reeks pelgrims die mij hier in de loop der eeuwen zijn voorgegaan.
In de kathedraal steek ik twee kaarsjes op, een voor mijn Maddy, en een voor mijn broer Carl.
Ik kom uiteindelijk aan bij hotel Jeanne d'Arc, een gezellig ouderwets hotel op een steenworp afstand van het station, en als ik daar goed en wel onder de douche vandaan kom arriveert ook mijn schoonzus Els.
Vanavond heeft Els mij getrakteerd op een etentje in een voortreffelijk restaurant hier in de stad, en de rekening is betaald door vader Carl, zo heeft ze mij verzekerd. Het doet mij goed dat die bijzondere broer van mij ons postuum zo'n feestelijke avond heeft bezorgd.
Ik deel met Els dezelfde hotelkamer, uiteraard keurig in twee aparte bedjes.
Vijf minuten geleden heb ik haar goede nacht gewenst, en 2 minuten later lag zij al te ronken. Ik vergeef het haar, want het was ook voor haar een lange vermoeiende dag...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten