vrijdag 18 mei 2012

Dag 68 Sauveterre-de-Béarn - Saint-Palais 16 km



Isabelle heeft gisteravond al afscheid van mij genomen, want zij wilde vandaag uitslapen. In de keuken staat het ontbijt voor mij klaar, met versgebakken brood en 5 soorten zelfgemaakte jam. Er staat een glazen potje voor de donativo, de vrijwillige bijdrage voor het verblijf. Isabelle heeft een lief briefje achtergelaten, waarin zij bedankt voor het mooie gesprek dat wij hadden, en waarin zij zegt te zullen bidden voor mijn nieuwe leven.

Een van de dochters komt nog even kijken of alles in orde is, en verdwijnt dan weer schielijk.



Bij het verlaten van Sauveterre kom ik voor het eerst een verkeersbord tegen dat verwijst naar Pamplona (Pampelune). Spanje komt nu toch echt in zicht. Voorlopig zit ik nog in Baskenland, en dat merk je heel goed aan de wegwijzers met onbegrijpelijke namen als Arboti, Sohota, en Burgaintzi.
Mijn tocht is sneller verlopen dan ik had verwacht, en ik heb tijd over omdat ik niet eerder dan zondag terecht kan in de pelgrimsherberg l'Esprit du Chemin in Saint-Jean-Pied-de-Porc, waar ik twee dagen wil blijven voordat ik de Pyreneeën oversteek.
Ik blijf dus een beetje lummelen op een terrasje in Sauveterre, en heb daar een lang gesprek met een 60-jarige pelgrim uit Amersfoort, die de tocht maakt ter nagedachtenis aan zijn drie jaar geleden overleden vrouw. Wij hebben elkaar veel te vertellen.
Het is 15 uur als ik uiteindelijk vertrek naar Le Palais door een heerlijk groen landschap met voortdurend de machtige Pyreneeën op de achtergrond. De bermen van de weg geuren bijna bedwelmend naar veldbloemen en kruiden.


 Om half acht kom ik aan bij het Franciscaner klooster in Le Palais,(foto klooster) en tot mijn verbazing wordt opengedaan door een Vlaams sprekende man, die mij een stempel geeft voor de credencial nadat ik €7,- voor het verblijf heb afgerekend.


 Als ik hem vraag of ik hem met "pater" of "broeder" moet aanspreken antwoordt hij dat hij gewoon Jean-Pierre is uit Brussel, en dat hij hier met zijn vrouw 2 weken hospitalier speelt.
Hij vertelt dat de paters in 2005 vertrokken zijn uit het klooster dat nu dienst doet als gemeentelijke réfuge.
Ik ontmoet er nog een stuk of wat pelgrims, onder wie een Fransman die met 11.000 kilometer in de benen bijna een professionele pelgrim genoemd kan worden.

 
Ik ben altijd tot laat in de avond aan het rommelen, maar hier word ik door mijn mede-pelgrims om goed 10 uur het bed ingejaagd. "C'est le destin du pélerin"!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten