vrijdag 11 mei 2012

Dag 61 Bazas - Captieux 17 km



Vandaag trek ik voor het eerst mijn zomertenue aan. Tot nu toe droeg ik de winterbroek, waarmee ik ook de afgelopen winter heb getraind, maar de laatste dagen lijkt het hier hoogzomer. Bovendien is door de ontberingen van de afgelopen 2 maanden mijn winterbroek ruim een maat te groot geworden, en loop ik er de hele dag aan te sjorren.


Ik wandel nu in mijn lichte zomerbroek waar ik de pijpen van af heb geritst. Dat is heel wat comfortabeler.
Een paar kilometer buiten Bazas steek ik de Autoroute A65 (Pau-Bordeaux) over.


Ik ben nu definitief in het laagland van de Gironde, en dat zal zo blijven totdat ik over ruim een week bij Saint-Jean-Pied-de-Port de grens passeer, en de Pyreneeën oversteek.
De komende dagen wordt het lopen door de eindeloze dennenbossen van Les Landes, met verstand op nul en blik op oneindig, als oefening in nederigheid.

 
Het is overigens een wonderlijk gebied, deze hoek van Frankrijk: je kunt het nauwelijks voorstellen dat Bazas, waar ik zojuist vandaan kom, slechts 12 kilometer verwijderd is van Château d'Yquem, waar het vloeibare goud van de Sauternes vandaan komt.
















Voor de variatie heb ik weer eens verzuimd met proviand op stap te gaan, en ik voel de bui al hangen als ik in Beaulac, het enige gehucht onderweg, informeer naar een bakker. Die blijkt er zowaar te zijn, een kilometer verderop, maar de bakker sluit hier om 13 uur, en het is 12.50 uur. Dat haal ik niet, maar de aardige man zet mij nog net op tijd met de auto bij de bakker af. En als bij een oase vind ik tegenover de bakker een bar voor mijn felbegeerd koffieke. Soms zit het tegen, maar soms zit het ook mee!

 

Om 2 uur 's middags is het 33 graden in de schaduw. Voor wie het niet geloven wil maak ik een foto bij de bar.

















Voorbij Beaulac gaat het rechtsaf over een 20 kilometer lange voormalige spoorlijn door het bos.
Langs de weg liggen vier Franse senioren in de hitte uit te blazen. Zij doen enkele etappes van de route de St. Jacques, maar vooral voor de gezelligheid, is mijn indruk.


Als ik bijna op mijn bestemming ben wordt mij van verre toegeroepen: "Jij moet Hans zijn". Het is de pelgrim Jacques (53), op 16 maart uit Son en Breugel vertrokken. Hij heeft van de Fransen gehoord dat ik in de buurt ben. Jacques heeft er stevig de pas in gezet, in aanmerking genomen dat hij onderweg 8 dagen uit de running is geweest wegens wondroos aan zijn voeten. De eerste keer, in Luik, heeft hij 5 dagen bij zijn in Maastricht studerende zoon gelogeerd om te herstellen van de wondroos aan zijn linkervoet, en later heeft hij in Nevers nog eens 3 dagen gerust voor dezelfde klachten aan de andere voet. Met penicilline houdt hij zich nu op de been.



Lekker op tijd kom ik vandaag aan bij de chambres d' hôtes van Sophie de Montbron, midden in de uitgestrekte verlatenheid van Les Landes. Ik kan hier niet blijven eten, maar Sophie leent mij straks haar autootje om verderop aan de Route Nationale in een routiersscafé te kunnen gaan eten. Zo gaat dat soms in Frankrijk....

 
 

1 opmerking: