maandag 21 mei 2012

Dag 71 Saint-Jean-Pied-de-Porc - Roncesvalles 27 km


















Gisteren, maandag, heb ik een vrije dag genomen om met Wim te kunnen doorbrengen, en vandaag uitgerust aan de oversteek naar Spanje door de Pyreneeën te kunnen beginnen.
Ik had gehoopt hem een beetje van mooi weer te kunnen laten genieten, maar dat zat er niet in. Ook gisteren was het koud en nat, gewoon ongezellig weer. Wij zijn nog even met de auto naar Pamplona gereden, maar ook Pamplona was bij dit weer een ongezellige stad.


















Vannacht heb ik bij Wim in het hotel geslapen, en daar namen wij vanmorgen afscheid. Wij hebben het heel fijn gehad samen. Wim heeft mij behandeld als een verweesde uitgehongerde pelgrim, en het voelde goed om mij een keer lekker te laten verwennen.
Vanmorgen begon ik dan toch aan het laatste deel van mijn pelgrimstocht: de voettocht door Spanje via de klassieke Camino Francès.


 Het weer is minder onstuimig dan gisteren, maar nog altijd liggen de Pyreneeën in een dicht wolkendek, en als ik goed en wel aan het klimmen ben begint het steeds harder te regen. Van de omgeving valt nauwelijks iets te zien.




 Vanaf het moment dat je in Saint-Jean aankomt is de sfeer meteen heel anders dan ik de afgelopen maanden gewend was. Niet alleen komen bij Saint-Jean alle pelgrimsroutes samen; het is ook de plaats vanwaar de meeste pelgrims vertrekken. Onderweg is dat heel goed merkbaar: het is veel drukker dan op de pelgrimswegen waar ik tot nu toe wandelde, en er is ook een gevarieerder publiek van allerlei nationaliteit. Dat zal zo blijven tot Santiago.

Bij de refuge d'Orisson, de enige rustplaats van vandaag, eet ik een kop soep. Het valt mij op dat er veel gendarmes rondlopen. De reden daarvan wordt mij duidelijk wanneer ik verderop word aangesproken door een cameraploeg van de Franse tv-zender France 3, die vertelt dat sinds gisteren een Engels echtpaar op weg naar Roncesvalles in de bergen wordt vermist. Mij wordt gevraagd of ik daar iets van weet, en of ik bang ben bij dit weer in de bergen te lopen.



Zolang niet van officiële zijde wordt ontraden de bergen in te gaan zie ik geen reden om mijn tocht niet voort te zetten. Dat men het gevaar van een bergwandeling bij slecht weer niet moet onderschatten wordt mij duidelijk als ik op 1430 meter hoogte de pas van Cosa bereik. Ik ben vermoeid geraakt door de steile klim met volle bepakking, er waait een ijzige wind, en ben door en door nat. Ik sta boven even te wankelen op mijn benen. Ik zoek aansluiting bij twee leuke gepensioneerde Ierse verpleegsters, Niamh uit Dublin en Rosemary uit Athlone. Zij lenen mij een stok om beter mijn evenwicht te kunnen bewaren op het steile glibberige terrein.


 Ik loop in hun kielzog, en hoop maar dat ik van hen professionele hulp kan krijgen als ik hier een hartstilstand krijg. Bovendien draagt een van de twee een rode poncho, zodat ik in de dichte mist kan zien welke kant ik op moet.



Na 8 uur lopen bereiken wij eindelijk Roncesvalles, waar ik mijn intrek neem in een goed hotel. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit zo heb genoten van een hete douche...













1 opmerking:

  1. Greetings from Ireland. We enjoyed the blog, it brought back memories of a wet mountain. We hope you got home safely to Annie. Perhaps we will meet again some day. Wishing you and your family well.

    Rosemary & Niamh

    BeantwoordenVerwijderen